D’UM

Samenzijn zit in de aard van het Friese Weidum.

17 april 2020

Wizige op 20-04-2020, 16:04:48

Samenzijn zit in de aard van het Friese Weidum.

Hoe houdt een dorp, waar gemeenschapszin zo belangrijk is, zich staande ten tijde van social distancing?

Volkskrant 16 april 2020 | Jurre van den Berg 

Gezeten op een plastic terrasstoel wiegt Sjoukje Wolters haar hoofd op de maat van de muziek. Ze is vandaag 96 jaar geworden. Ook in woonzorgcentrum Nij Dekama in het Friese Weidum is bezoek verboden. Maar een verjaardag zonder visite? Daarvan kan in het terpdorp geen sprake zijn.
De plaatselijke harmonie heeft daarom een tweekoppige afvaardiging gestuurd. Gewapend met bugel, altsaxofoon en muziekstandaards spelen de dames evergreens als Tulpen uit Amsterdam. Tijdens het sluitstuk Lang zal ze leven gaat mevrouw Wolters er zelfs even bij staan. Tastend naar haar rollator, verschanst achter een kluwen van rood-wit afzetlint en een slinger met gekleurde verjaardagsvlaggetjes.

‘Mooi hè’, glundert ze. Een van haar dochters werpt mem felicitaties toe vanaf de andere kant van de heg. ‘Ze is hartstikke doof’, zegt ze over haar moeder. ‘Maar zo is het toch nog een beetje feest.’

Zo dringt corona overal door, ook tot in het wezen van Weidum. In het dorp waar samenleven letterlijk samen leven betekent, wordt het tegennatuurlijke voorschrift van social distancing trouw opgevolgd. Terwijl het virus zo ver weg lijkt hier in Noord-Nederland, een vale vlek op de besmettingskaarten. ‘We kennen niemand die het heeft’, zegt Janneke de Boer (38), voorzitter van de muziekvereniging.

Geen winkels
Alles is anders in Weidum en tegelijkertijd is er niets veranderd. In het dorp (600 inwoners) had men altijd al genoeg aan zichzelf en elkaar. ‘Ik was afgelopen weekend in Leeuwarden. Daar trof me de stilte op straat. In Weidum merken we niet dat winkels dicht zijn, want hier hebben we geen winkels’, zegt Wybo Smids (49), voorzitter van de stichting die het dorpshuis runt.

Troch ienriedigens is het motto dat het verenigingsgebouw op de muur draagt: door eensgezindheid. Normaal gesproken is dit het kloppende hart van het dorp. ‘Dorpshuis’ is eigenlijk een belediging voor het moderne zalencentrum dat menig provinciestadje jaloers kan maken.

En waar veel dorpen hun hart vasthouden voor de toekomst van hun gesloten dorpshuis, is dat van Weidum afbetaald en vermogend. Met dank aan het bloeiende verenigingsleven en de consumptiedrift tijdens de vele dorpsfeesten. Smids: ‘We hebben dit gebouw eigenlijk met zijn allen bij elkaar gedronken.’

Zo’n 120 vrijwilligers houden de boel draaiende, 60 dorpsgenoten hebben een sleutel. ‘Biljartclub, badmintonclub, fanfare, elke avond gebeurt hier wel iets’, somt Smids op. ‘Maar nu zijn we dicht.’

Gemeenschapszin
Dat is de andere kant van het verhaal, zegt Janneke de Boer. Samenzijn zit in de aard van Weidum. Een dorp waarvoor het Friese woord mienskip bedacht zou kunnen zijn. Maar gemeenschapszin duldt geen 1,5 meter afstand. ‘Nu missen we elkaar.’

Het immense kaatsveld aan de voet van de kerk ligt er verlaten bij. Het is deze lome middag amper voor te stellen dat op dit veld tijdens de belangrijkste Friese kaatswedstrijd voor vrouwen elke zomer tweeduizend mensen samendrommen.

Hoop heeft hier de gedaante van pas gemaaid gras. ‘Je moet het toch onderhouden’, vindt Smids. Maar de kaatsagenda is voorlopig één rode kaart vol afgelastingen. Er is meer dat niet doorgaat. De verkiezing van Vrijwilliger van het Jaar bijvoorbeeld.

Sociale improvisatie is wat het dorp ertegen inbrengt. Het is behelpen, maar saamhorigheid laat zich niet lamleggen door een virus. Dus stonden er al snel dertig leden van het muziekkorps voor het verzorgingshuis te blazen. De schoolkinderen vrolijkten het wandelpad op met stoepkrijt. Een neefje van Wybo Smids ging er ter vermaak van de ouderen frisbeeën met zijn hond.

Aan het Sânpaed was de voortuinbingo een groot succes. De fanfare repeteert inmiddels via Zoom. Janneke de Boer: ‘We zitten er allemaal hetzelfde in, als we er iets van willen maken, dan moet dat met elkaar.’ Wybo Smids hoopt dat er na corona iets van bewaard blijft. ‘Normaal moeten we zoveel. Maandag dit, dinsdag dat. Nu denk ik: lekker, een avondje niks.’

Dorpsfeest
Zeg dat niet tegen de tienermeiden die in de zon liggen op het ‘schopveldje’ aan het Havenspaed. ‘Rustig? Nu wij niet naar school hoeven, is het juist drukker in het dorp’, zegt Marijke (18). Ze hebben koekjes gebakken voor de senioren. En op dit moment bestrijden ze de ledigheid met het plukken van gras.

‘Je merkt dat het anders is’, zegt Feikje (18). ‘Maar toch: hier blijft iedereen elkaar altijd opzoeken. Als je elkaar niet bij het muziekkorps tegenkomt, dan wel op straat.’ De grootste zorg van de meiden: als de Merke, het grootste dorpsfeest van het jaar maar niet afgeblazen wordt. ‘Dat zou een ramp zijn.’

Het perspectief komt misschien uit Jorwerd, een dorp verderop. De seizoensopening werd nog afgelast, maar inmiddels zijn de repetities voor het befaamde Iepenloftspul (openluchtspel) in volle gang, vertelt de in Weidum woonachtige regisseur Tjerk Kooistra. Eveneens via Zoom, maar toch.

‘Er moet altijd een horizon zijn, een vluchtstrook’, zegt Kooistra. De gedrevenheid is groot, van acteurs tot decorbouwers. Als het Iepenloftspul iets is, dan is het van het dorp. En zie de historische parallel: het spektakel ontstond eveneens in tijden van crisis, als een manier om geld in te zamelen voor de herbouw van de ingestorte kerktoren.

‘Net als toen zijn we schatplichtig er iets van te maken’, meent de regisseur. Vooralsnog is september nog ver. Of de voorstellingen dit jaar doorgaan? ‘Ik voel me net de organisator van de Elfstedentocht.’